woensdag 12 oktober 2011

Een ode aan Congo, een geschiedenis

Na lezing van de zes genomineerde boeken blijk ik pleitbezorger te zijn geworden van het boek Congo, geschreven door de Belgische schrijver David van Reybrouck. Zijn boek is voor mij de winnaar van de NS Publieksprijs. Die voorkeur zal ook wel komen door mijn interesse in Uganda waar ik een paar keer ben geweest in verband met een millenniumproject, want Uganda speelt een zekere overigens ondergeschikte  rol in dit boek. Buurland Rwanda speelt een veel grotere rol. Nooit eerder begreep ik hoe de genocide in Rwanda heeft kunnen plaats vinden. Het blijft niet te omvatten, maar Van Reybrouck legt het glashelder uit. Zijn boek is natuurlijk vooral een beschrijving hoe Congo, een land dat 76 keer zo groot is als België, zich heeft ontwikkeld van persoonlijk speeltje van de Belgische koning tot het land dat het nu is: prominent in de top van de meeste trieste landen ter wereld.

Ik heb niet alleen vanwege de inhoud voor Van Reybrouck gekozen, maar ook vanwege de ingenieuze manier waarop hij Congo, een geschiedenis in vier jaar tijd in elkaar heeft gezet. Een boek waarvan, zoals hij het zegt en wat bij lezing ook blijkt, de informanten het kloppend hart vormen. Van Reijbrouck sprak met een aantal honderdplussers, van wie er één op de omslag is afgebeeld. Zijn verdienste is de manier waarop hij de grote lijn steeds terug vertaalt naar gewone mensen. Al die persoonlijke gesprekken maakten dat mogelijk.

Drie tot vijf miljoen doden in de Tweede Afrikaanse oorlog is een gruwelijk getal, maar het blijft abstract, alleen al door de bandbreedte.  Als Van Reybrouck op deze ellende inzoemt door te beschrijven hoe de (kind)soldaten te werk gingen dan wordt het leed pas echt (enigszins) invoelbaar.
Een andere verdienste is dat hij heel veel kanten van Congo belicht: de rol van de kerk, de grote ondernemers, de muziek, de sport, het onderwijs, de achtergesteldheid van de zwarte bevolking ten tijde van de Belgen en de verwevenheid van al die zaken die hebben geleid tot de huidige situatie.
Daarbij schrijft hij prachtig en formuleert hij bondig en origineel. Een paar voorbeelden: Na het besluit om Congo onafhankelijk te laten worden in 1960: 'De politieke sleutels had men op zak. De economische werden veilig opgeborgen in België.'
Over corruptie: 'In Boma ontmoette ik een gemeentebibliothecaris zonder bibliotheek.' Over hoe de Belgen dachten over de Congolese soldaten die mee hadden moeten vechten in de Eerste Wereldoorlog: 'Laten we ze terugsturen naar de schaduw van hun bananenbomen, waar ze zeker meer op hun plek zullen zijn. Ze zullen er hun negerdansen leren en kunnen vertellen over hun oorlogservaringen aan hun families die rondom op hun chimpanseehuid zitten.'

Natuurlijk, je wordt wel eens gek van al die namen en - vooral - van al die afkortingen en organisaties. De humor en de originele beeldspraak zijn echter ruimschoots vertegenwoordigd en maken dat meer dan goed: 'Kabila woonde quasi-permanent in Tanzania en kwam aan de kost met wat goudsmokkel, een beetje wapenhandel, af en toe een ontvoering: het gemengde boerenbedrijf van de Afrikaanse misdaad, kortom.'
Een boek dat je achter elkaar zou willen uitlezen, wat dus niet lukt, want daarvoor is nu net weer iets te lijvig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten