woensdag 19 oktober 2011

Uitreiking NS Publieksprijs 2011

De uitreiking van de publieksprijs 2011 zullen Inke (mijn echtgenote) en ik niet gauw vergeten. Alles wat tijdens de reis Goes-Amsterdam tegen kon zitten,  zat ook tegen waardoor we na het voorgerecht pas konden aanschuiven aan het diner in een prachtige kelderzaal van het concertgebouw. Maar .... er stonden nog twee eenzame voorgerechten te wachten, geflankeerd door twee grappige bordjes met daarop respectievelijk de teksten: 'ambassadeur van de publieksprijs' en 'partner van de ambassadeur van de publiekprijs'. En daarbij zes gezellige disgenoten van de bibliotheek en de NS. En zo werd het nog een gedenkwaardige avond. Er werd een filmpje vertoond met daarop een ode aan de zes genomineerde schrijvers door telkens twee enthousiaste lezers. Eén van hen was ik, wat puur toeval was omdat het aantal stemmers per leesambassadeur nog niet bekend was, toen het filmpje werd gemaakt.

Het filmpje is te bkijken via http://www.youtube.com/watch?v=fotzvOzpfP8

Naar aanleiding van de interview in het filmpje waren er weer gesprekken met de genomineerde schrijvers. Vervolgens mocht de leesambassadeur naar voren komen en kreeg ik de oorkonde overhandigd die bij de vorige blogtekst staat afgebeeld.

Inmiddels was het 21.15 uur en ontstond er een zekere spanning. Fotografen en cameramannen kwamen binnen. Wie zou de prijs krijgen? Mijn voorkeur was en is David van Reybrouck, maar ik verwachtte niet dat hij hem zou krijgen, vanwege het toch wel specifieke karakter van zijn boek Congo. Vazlav van Japin, mijn second best gaf ik meer kans. Maar toen Simone van der Vlugt de envelop met het einduitslag opende bleek de winnares Esther Verhoef te zijn. En toen waren er foto's, interviews en champagne.



Eén winnaar betekent ook vijf verliezers. Gelukkig was ik in de gelegenheid om, gelet op de omstandigheden, redelijk uitvoerig te praten met één van hen:  David van Reybrouck, die zich een uitstekend verliezer toonde en zei ook niet te hebben verwacht dat hij zou winnen. Hij vertelde over het strakke regime dat hij zich had moeten opleggen om z'n deadline te halen, over het beeld dat de Belgen hebben van hun koning en over de treurige omstandigheden van Kongo nu, waar vanwege de kostbare mineralen die er te halen zijn oorlog voeren lucratiever is dan vrede. Inmiddels was Esther Verhoef vertrokken richting studio waar ze te gast zou zijn was bij Paul en Witteman en moest ook Van Reybrouck weg, maar niet na nog even mijn boek te hebben gesigneerd. De party was over. Op naar Zeeland.


Leesambassadeur

Op vrijdag 14 oktober kreeg ik telefonisch van de organisatie te horen dat de 143 stemmen die ik had gemobiliseerd genoeg waren voor de titel 'leesambassadeur van de NS-Publieksprijs'. Ik was aangenaam verrast, want toen we begin september, een week nadat de zes boeken waren uitgereikt aan de kernjury, een mailtje kregen met de mededeling dat één van de juryleden al 88 stemmen had vergaard, had ik die titel al uit m'n hoofd gezet. Op dat moment had ik niet veel meer dan de hoop dat mijn vrouw en kinderen zouden willen stemmen.
Begin oktober stond ik op 35 stemmen en in een paar dagen tijd kwamen daar nog eens ruim honderd stemmen bij. Veel, maar vast niet genoeg om in de prijzen te vallen, dacht ik. Wel dus. Alle stemmers, heel erg bedankt.  En nu maar hopen dat onder jullie ook een aantal prijzen vallen. Het liefst natuurlijk de hoofdprijs: 52 weken lang een gratis boek

Mijn prijs bestaat uit de aanwezigheid bij de uitreiking in het Concertgebouw op maandag 17 oktober met op die avond aandacht voor mijn 'leesambassadeurschap' en twaalf maanden lang een gratis boek, erg leuk.

donderdag 13 oktober 2011

De nikkers door Piet van Aken

Vele jaren geleden las ik de korte roman De nikkers, geschreven door de Belgische schrijver Piet van Aken (1920 - 1984) en gesitueerd in Congo. De roman speelt in de tijd dat de Belgen het daar nog volledig voor het zeggen hebben. Ik heb altijd begrepen dat Van Aken zelf nooit in Congo is geweest, iets wat ik me maar moeilijk kan en kon voorstellen. Ik ben er zelf ook nooit geweest, dus ik kan weinig zeggen over het waarheidsgehalte en de sfeer van deze sterke roman. Na Congo, een geschiedenis te hebben gelezen, weet ik wat meer van het land, een mooie aanleiding om De nikkers te herlezen. Het boek staat nog steeds als een huis en de inhoud is niet in tegenspraak met het beeld dat van Reybrouck schetst, waarmee het voor mij nog raadselachtiger wordt hoe Van Aken dit heeft klaar gespeeld. Heeft hij gebruik gemaakt van de herinneringen van iemand anders?

De nikkers is in elk geval een aanrader. Alleen antiquarisch te koop voor een paar euro.

woensdag 12 oktober 2011

Een ode aan Congo, een geschiedenis

Na lezing van de zes genomineerde boeken blijk ik pleitbezorger te zijn geworden van het boek Congo, geschreven door de Belgische schrijver David van Reybrouck. Zijn boek is voor mij de winnaar van de NS Publieksprijs. Die voorkeur zal ook wel komen door mijn interesse in Uganda waar ik een paar keer ben geweest in verband met een millenniumproject, want Uganda speelt een zekere overigens ondergeschikte  rol in dit boek. Buurland Rwanda speelt een veel grotere rol. Nooit eerder begreep ik hoe de genocide in Rwanda heeft kunnen plaats vinden. Het blijft niet te omvatten, maar Van Reybrouck legt het glashelder uit. Zijn boek is natuurlijk vooral een beschrijving hoe Congo, een land dat 76 keer zo groot is als België, zich heeft ontwikkeld van persoonlijk speeltje van de Belgische koning tot het land dat het nu is: prominent in de top van de meeste trieste landen ter wereld.

Ik heb niet alleen vanwege de inhoud voor Van Reybrouck gekozen, maar ook vanwege de ingenieuze manier waarop hij Congo, een geschiedenis in vier jaar tijd in elkaar heeft gezet. Een boek waarvan, zoals hij het zegt en wat bij lezing ook blijkt, de informanten het kloppend hart vormen. Van Reijbrouck sprak met een aantal honderdplussers, van wie er één op de omslag is afgebeeld. Zijn verdienste is de manier waarop hij de grote lijn steeds terug vertaalt naar gewone mensen. Al die persoonlijke gesprekken maakten dat mogelijk.

Drie tot vijf miljoen doden in de Tweede Afrikaanse oorlog is een gruwelijk getal, maar het blijft abstract, alleen al door de bandbreedte.  Als Van Reybrouck op deze ellende inzoemt door te beschrijven hoe de (kind)soldaten te werk gingen dan wordt het leed pas echt (enigszins) invoelbaar.
Een andere verdienste is dat hij heel veel kanten van Congo belicht: de rol van de kerk, de grote ondernemers, de muziek, de sport, het onderwijs, de achtergesteldheid van de zwarte bevolking ten tijde van de Belgen en de verwevenheid van al die zaken die hebben geleid tot de huidige situatie.
Daarbij schrijft hij prachtig en formuleert hij bondig en origineel. Een paar voorbeelden: Na het besluit om Congo onafhankelijk te laten worden in 1960: 'De politieke sleutels had men op zak. De economische werden veilig opgeborgen in België.'
Over corruptie: 'In Boma ontmoette ik een gemeentebibliothecaris zonder bibliotheek.' Over hoe de Belgen dachten over de Congolese soldaten die mee hadden moeten vechten in de Eerste Wereldoorlog: 'Laten we ze terugsturen naar de schaduw van hun bananenbomen, waar ze zeker meer op hun plek zullen zijn. Ze zullen er hun negerdansen leren en kunnen vertellen over hun oorlogservaringen aan hun families die rondom op hun chimpanseehuid zitten.'

Natuurlijk, je wordt wel eens gek van al die namen en - vooral - van al die afkortingen en organisaties. De humor en de originele beeldspraak zijn echter ruimschoots vertegenwoordigd en maken dat meer dan goed: 'Kabila woonde quasi-permanent in Tanzania en kwam aan de kost met wat goudsmokkel, een beetje wapenhandel, af en toe een ontvoering: het gemengde boerenbedrijf van de Afrikaanse misdaad, kortom.'
Een boek dat je achter elkaar zou willen uitlezen, wat dus niet lukt, want daarvoor is nu net weer iets te lijvig.

zondag 9 oktober 2011

De beste van de zes

Geplaatst op: 2011-10-09 21:32:16
Ik heb ze alle zes uit. En nu nog even aangeven welke boek het beste is. Dat is dus lastig. Criteria aan de hand waarvan ik tot mijn eindoordeel wil komen zijn:

1 Is het een boek dat ik aan anderen zou aanbevelen?
2 Is het een boek dat ik nog wel eens zou willen herlezen?
3 Is het voor mij een boek dat je zou kunnen omschrijven als een 'noodzakelijk' boek, een boek dat iets essentieels toevoegt aan al die andere boeken die ik heb gelezen?
4. Is het mooi, meeslepend, origineel?
Hieronder de genomineerde boeken op alfabetische volgorde op de naam van de auteur met daarachter de criteria waaraan de boeken in mijn ogen voldoen
Peter Buwalda - Bonita Avenue (1, 4)
Arthur Japin - Vazlav (1, 2 misschien, 3, 4)
Herman Koch - Zomerhuis met zwembad (1)
David van Reybrouck - 'Congo, een geschiedenis' (1, 2 sommige hoofdstukken, 3,4)
Dick Swaab - Wij zijn ons brein (1, 2 sommige onderwerpen, 3)
Esther Verhoef - Déjà Vu

Toelichting

Aan de hand van de score hierboven is het meteen duidelijk tussen welke boeken het voor mij gaat. De thriller van Verhoef vind ik niet zo sterk, met daarbij de kanttekening dat ik niet zo gauw een thriller weet die ik de NS Publieksprijs wél zou willen geven. Wij zijn ons brein van Swaab - hoe goed ook - zie ik als een stand van zaken, waarvan ooit een herziene, nog betere versie komt, hetzij van Swaab, hetzij van een opvolger. Qua stijl vind ik het boek minder dan Vazlav en Congo, de twee concurrenten.

Zomerhuis met zwembad vind ik meer entertainment vergeleken met het in mijn ogen niet voor 100 procent geslaagde maar ambitieuzere en interessantere Bonita Avenue.

Dus gaat voor mij de keuze tussen Japin en Van Reybrouck. Moeilijk, want beide schrijvers hebben een prachtige stijl plus een origineel gegeven. Ik kies voor Congo, omdat het schrijven daarvan een bijna onmogelijke opgave moet zijn geweest, die bovendien ook niet zo maar over tien jaar herhaald zou kunnen worden omdat veel van de informatieverstrekkers er dan niet meer zullen zijn. Razend knap om zo'n complex verhaal as de 'biografie' van zo'n groot, ontoegankelijk en gevaarlijk land als Congo zo bondig op te schrijven.

' Noem je dat bondig, een foliant van 242.000 woorden?' zou je dan kunnen tegenwerpen? Ja toch wel. Het boek beschrijft een land dat 76 keer zo groot is als de vroegere kolonisator België. Daar valt heel veel over te vertellen. Buwalda gebruikt voor zijn roman met vier hoofdpersonages niet eens zoveel minder woorden. Biografieën over personen dijen regelmatig uit tot kolossen. Neem de biografie van Reve die ruim 2000 blz. beslaat, die van Van Eeden die 1250 blz. telt en de recente biografie van Hotz nog altijd goed voor 660 blz. In dat licht bezien is Congo een bondig boek. Wat deze geschiedenis verder bijzonder maakt is dat Van Reybrouck technieken gebruikt die ook romanschrijvers gebruiken om een boek levendig te houden.

Mijn stemadvies is dus Congo. Dat is echter niet meer dan een advies. Ik kan me voorstellen dat iemand geen zin heeft om te stemmen op een boek dat al zoveel prijzen heeft gekregen. Stem vooral wat je wilt en als geen van de zes genomineerde boeken je bevalt, stem dan op boek nummer 7, een boek naar eigen keuze.

Je kunt tot en met donderdag 13 oktober 23.59 uur stemmen door te gaan naar:

www.nspublieksprijs.nl/jurylid/GH4FW

maandag 12 september 2011

Lees met me mee




Op zondag 5 september ben ik benoemd tot één van de maar liefst driehonderd kernjuryleden van de NS Publieksprijs 2011. Tijdens de boekenbeurs Manuscripta zijn de 300 juryleden geinstalleerd en kregen we allemaal een tas met de zes genomineerde boeken mee plus de vraag om zoveel mogelijk mensen in onze omgeving mee te laten stemmen en dus mee te laten lezen. Wat meteen opviel, is dat alle de boeken overwegend dik tot heel dik zijn. En dat allemaal in deze tijd van oprukkende sociale media, waarin de menschen hele dagen in de weer zijn met hun i-phone, i-pad of erger. Maar goed: ik ben aan het lezen gegaan en ik hoop dat veel meelezers ook gaan stemmen.

Het jurylid dat via zijn eigen toegang tot de centrale stemplek op de website van de NS-publieksprijs de meeste stemmen verzamelt, krijgt 12 boeken. Die kans is dus verwaarloosbaar. Kun jij als stemmer ook iets krijgen? Ja, je dingt mee naar de hoofdprijs die bestaat uit elke week een gratis boek. De kans dat je die wint, is zo mogelijk nog kleiner, dus wacht nog maar even met de aanschaf van al weer een Billy. Het gaat puur om de lol van het lezen en om het uitwisselen van meningen over de zes boeken. Er zijn overigens ook kleinere prijzen: 10 gastronomische diners voor twee personen à € 84,90,-, vijftig keer een NS-Dagkaart en Boekenbon ter waarde van respectievelijk € 44,60 en € 10,-

In de komende weken ga ik op dit weblog vertellen wat ik vind van de zes genomineerde boeken die ik heb meegekregen om te beoordelen. Criteria hierbij zijn onder andere: Is het een boek dat ik aan anderen zou aanbevelen? Is het een boek dat ik nog wel eens zou willen herlezen? Is het voor mij een boek dat je zou kunnen omschrijven als een noodzakelijk boek, een boek dat iets essentieels toevoegt aan al die andere boeken die ik heb gelezen? Is het mooi, meeslepend, origineel? De boeken van Koch, Verhoef, Japin en Van Reybrouck heb ik intussen uit, in Wij zijn ons brein ben ik bezig.  Een voorlopige tussenstand: Japin en Van Reybrouck samen met stip op 1, Koch op 2 en Verhoef op 3.

Laat vooral ook weten wat jij van de besproken boeken vindt door te reageren op dit boekenblog of op een enail die ik je stuurde. En stem over een paar weken op het boek dat volgens jou de NS-publieksprijs verdient. Het is leuk als alle mensen die mijn blog lezen, stemmen op hun favoriete boek door te klikken op:


Hieronder een korte beschrijving van de genomineerde boeken, geplukt van de website van hun uitgevers, subjectief natuurlijk. In een cursieve letter lees je wat mijn verwachtingen zijn van het betreffende boek vóór ik het heb gelezen, net zo subjectief. Daaronder in vet mijn oordeel na het boek te hebben gelezen.

Veel leesplezier

Cock van den Wijngaard

Driehonderd Kernjuryleden geïnstalleerd (persbericht CPNB)

Bonita Avenue van Peter Buwalda, Congo van David van Reybrouck, Déjá vu van Esther Verhoef, Vaslav van Arthur Japin, Wij zijn ons brein van Dick Swaab en Zomerhuis met zwembad van Herman Koch zijn genomineerd voor de NS Publieksprijs 2011. Dit is zondag 5 september bekendgemaakt op Manuscripta, de feestelijke opening van het boekenseizoen in Amsterdam. De zes genomineerden - drie literaire werken, een spannend boek en twee non-fictie bestsellers - strijden met elkaar om de eretitel Boek van het Jaar 2011. Stemmen kan tot en met donderdag 13 oktober. Op maandag 17 oktober wordt het winnende boek bekendgemaakt.

De zes oorspronkelijk Nederlandstalige boeken behoren tot de bestverkochte titels van het afgelopen jaar (juni 2010-juni 2011). Een selectiecomité van boekverkopers en bibliothecarissen maakte de keuze. Iedereen in Nederland vanaf 18 jaar kan stemmen op een van de zes genomineerde titels óf op een zelf gekozen, oorspronkelijk Nederlandstalig boek.

Publiek en Kernjury stemmen
Het publiek kan online stemmen via www.nspublieksprijs.nl. Daarnaast stemt een Kernjury bestaande uit driehonderd, jaarlijks wisselende, leden. De Kernjury werd zojuist in aanwezigheid van de auteurs (Koch en Swaab via Skype vanuit Beijing) geïnstalleerd. De stemmen van de Kernjury en die van het algemene publiek bepalen samen welk boek de NS Publieksprijs wint.

Over de NS Publieksprijs
De NS Publieksprijs is de enige Nederlandse boekenpublieksprijs van Nederland. Afgelopen jaar brachten 33.000 lezers hun stem uit. De prijs bestaat naast de eretitel Boek van het Jaar 2011, uit een sculptuur van Jeroen Henneman, een geldbedrag van € 7.500,- en een NS Altijd Vrij 1e klas-abonnement (á 5.490 euro).Vorig jaar won Op klaarlichte dag van Simone van der Vlugt. Eerdere winnaars zijn o.a. Het diner van Herman Koch, De overgave van Arthur Japin, Het zijn net mensen van Joris Luyendijk en Komt een vrouw bij de dokter van Kluun.

'Zomerhuis met zwembad' van Herman Koch (ca 112.000 woorden)

'Ik ben huisarts.' Zo begint Zomerhuis met zwembad. Huisarts Marc Schlosser heeft een medische fout begaan waardoor een van zijn patiënten, de beroemde acteur Ralph Meier, is overleden. Hij zal zich moeten verantwoorden voor de Medische Tuchtraad. Over die Tuchtraad maakt hij zich niet echt zorgen: ‘Een schorsing van een paar maanden, daar komt het op neer. We kennen elkaar allemaal, meer zal het niet worden.’

Maar is het wel een medische fout? Marc had immers een rekening te vereffenen met zijn patiënt, die net iets te veel belangstelling toonde voor diens mooie vrouw Caroline. Of heeft het alles te maken met de gebeurtenissen in het zomerhuis waar het echtpaar Meier het gezin Schlosser had uitgenodigd?

In Zomerhuis met zwembad vertelt de hoofdpersoon met niets en niemand ontziende eerlijkheid hoe hij op dit punt in zijn leven is aanbeland. Het is het spannende, maar ook geestige verhaal over het recht op vergelding en het overschrijden van grenzen als de deuren naar een normale rechtsgang zijn dichtgeslagen.

Als één der laatsten van 16 miljoen Nederlanders heb ik deze zomer Het diner van Herman Koch gelezen, het boek waarmee hij echt bekend werd en de NS publieksprijs 2009 won. Zeer onderhoudend. 't Is dan ook geen zware opdracht om aan dit nieuwe boek te beginnen.

Zomerhuis met zwembad heb ik bijna in één ruk uitgelezen. Ik ben alleen tussendoor even gaan zwemmen, overigens niet geïnspireerd door het boek. Het vervelende van boekbesprekingen is dat je al gauw iets prijs geeft van de plot. 'Zomerhuis' is zo'n boek dat wordt gestuurd door de gebeurtenissen, een boek dat toewerkt naar een soort ontknoping, geen boek dat je, hoe goed ook geschreven, nog eens gaat herlezen. Dat laatste geldt voor mij trouwens voor de meeste boeken. Een mooie plot, overtuigende dialogen, humor en veel dubieuze medische wetenswaardigheden. Een boek dat je meeneemt op vakantie en dat een mooie aanleiding is om een dagje op de camping te blijven om het lekker uit te lezen.

'Deja Vu' door Esther Verhoef (ca 68.000 woordfen)

Esther Verhoef veroverde in 2006 met haar thriller Rendez-vous in één keer de bestsellerlijsten, gevolgd door Close-up (2007) en Alles te verliezen (2008). Haar thrillers zijn diverse malen genomineerd en zowel Rendez-vous als Close-up werden bekroond met de Zilveren Vingerafdruk. De vertaalrechten zijn verkocht aan Engeland, Duitsland en Rusland en van Rendez-vous zijn de filmrechten verkocht aan Endemol. In 2009 schreef Esther Verhoef voor Juni – Maand van het Spannende Boek het geschenk Erken mij. Daarnaast schrijft Esther samen met Berry Verhoef – onder de naam Escober – psychologische actiethrillers, waarvan Ongenade de meest recente is.

Hoewel ik geen fanatiek lezer ben van thrillers kan ik dit genre zo af en toe best waarderen. Ik heb de eerdere boeken van Verhoef niet gelezen dus ik sta er onbevangen tegenover.




Ik ben maar meteen begonnen met lezen op de dag dat de nominaties bekend werden gemaakt, zondag 4 september. De reis van Amsterdam naar Goes biedt de kans om lekker in een boek te komen. Deja Vu leek mij een onderhoudende start. Toen ik thuis kwam was ik al zo ver gevorderd dat ik het boek diezelfde avond maar meteen uit heb gelezen.

Mijn mening: 
Hoewel Deja Vu gemakkelijk weg leest, wil het verhaal maar niet spannend worden. Bij een detective moet je een beetje de verwikkelingen in worden gezogen. Dat is hier niet het geval. De besluiten die de hoofdpersoon neemt, zijn weinig geloofwaardig en het verhaal eigenlijk ook niet. Als het hoofdpersonage eenzaam en verlaten in een onverwarmde Frans bouwval ergens in Frankrijk verblijft, ben je toch geneigd te denken 'mens, ga toch naar huis', maar dat doet ze - natuurlijk - niet. De flaptekst die zegt dat hier sprake is van een thriller over vriendschap en verraad, volwassen worden en de prijs van idealisme is in zekere zin wel juist, maar de manier waarop die thema's worden uitgewerkt leveren geen personages op die echt tot leven komen.

'Vaslav' door Arthur Japin (110.000 woorden)

Op het hoogtepunt van zijn roem staakt de legendarische balletdanser Vaslav Nijinski zijn optreden, richt zich tot zijn publiek en zegt: ‘Nu is het kleine paardje moe.’ De rest van zijn leven, nog 31 jaren, brengt hij door zonder te dansen en zonder te spreken. Hoe komt iemand tot zo’n beslissing en wat betekent dit voor de mensen om hem heen, zijn voormalige geliefde, zijn vrouw en dochtertje, en hun bedienden?

Met dat zinnetje ‘Nu is het kleine paardje moe,’ maakt Vaslav Nijinski, de eerste echte superster die de wereld heeft gekend, een abrupt einde aan zijn carrière. Hij neemt afscheid van de werkelijkheid en leeft verder in zijn eigen fantasie. Drie ooggetuigen vertellen – elk vanuit een volstrekt ander perspectief – wat er zich voor, tijdens en na die noodlottige dag, 19 januari 1919, heeft afgespeeld: zijn echtgenote Romola, die als een tijgerin heeft gevochten om hem, de ‘God van de dans’, te veroveren. De legendarische Sergej Diaghilev, die alles in het werk heeft gesteld om Vaslav te vernietigen nadat deze hem als minnaar had afgewezen. En Vaslavs bediende, die uit de dramatische beslissing van zijn meester de moed put om ook zijn eigen leven radicaal om te gooien.

Te midden van de puinhopen van de Eerste Wereldoorlog hoopte Nijinski de mensheid te kunnen bekeren tot de liefde. Als hij merkt dat hij niet gehoord wordt, zelfs niet door hen die van hem houden, sluit hij zich van de wereld af. Een daad van waanzin of van wijsheid? Een wervelende historische roman over passie, roem, oorlog en nietsontziende liefde.

Afgelopen zomer heb ik het debuut van Japin gelezen: De zwarte met het witte hart. Een prachtig boek. Ik houd van boeken met een historische kern en met Vaslav heb ik weer zo'n boek te pakken. Ik heb er zin in.


Vaslav is een prachtig boek. Zoals al op de flaptekst staat vermeld, werkt het verhaal toe naar het moment waarop de balletdanser Vaslav Nijinski van de één op de andere dag stopt met dansen. Overigens niet op het hoogtepunt van zijn roem, zoals staat geschreven op de omslag,  maar tijdens een eenmalig optreden op een moment dat Nijinski volgens Japin al jaren niet meer heeft opgetreden voor publiek. De opbouw van de roman is bijzonder. Er wordt naar de climax van dat laatste optreden toegewerkt vanuit drie vertellers: een bediende, de vrouw van Vaslav en zijn voormalige werkgever/geliefde. Vanuit die drie verschillende perspectieven wordt heel het leven van Nijinski aan de lezer gepresenteerd. Het bijzondere daarbij is dat het deel vanuit de vrouw van Nijinski en passant ook uit de doeken doet hoe het leven van Vaslav is verlopen na die dramatische dag. Wie, zoals ik, nieuwsgierig wordt over wat er nog meer over Nijinski is te vinden en even op Wikipedia kijkt, die leest dat Nijinski, in tegenstelling tot wat het boek suggereert, na de breuk nog wel in het gezelschap met zijn oude werkgever/geliefde heeft gedanst. Hieruit blijkt dat Vaslav weliswaar over een historische figuur gaat en dat Japin zich goed heeft gedocumenteerd, maar dat hij waar hij dat nodig vond ook gebeurtenissen weglaat. Misschien wel logisch, want het gaat hier niet om een biografie, maar om een roman. Zeer de moeite waard.

'Wij zijn ons brein' door Dick Swaab (ca 150.000 woorden)

Het verhaal van je leven is het verhaal van je brein. Dat begint in de baarmoeder, waar de hersenen gevormd worden op een manier die bepalend is voor de rest van je leven. Dick Swaab volgt in Wij zijn ons brein de mens vanaf de conceptie tot en met de dood. Wat zijn de bedreigingen voor het kind in de baarmoeder? Hoe zit het met de hersenen van pubers, wat gebeurt er als je verliefd bent, hoe zijn homo- en heteroseksualiteit te verklaren en wat gebeurt er wanneer alzheimer toeslaat? De zin en onzin van therapieën, antidepressiva en alternatieve geneeswijzen, agressie, moreel gedrag en geloof, meditatie, hersenbeschadiging, psychische problemen en bijna-dood-ervaringen: alles wordt beschreven in Wij zijn ons brein. Na lezing van dit boek zul je beter begrijpen waarom je bent wie je bent.

Het brein is hartstikke in. Eerder las ik van de journalist Mark Mieras Ben ik dat, wat hersenonderzoek vertelt over onszelf. Buitengewoon interessant. Ik ben reuze benieuwd wat de wetenschapper Swaab allemaal weet te vertellen in 460 bladzijden.

Mijn mening
Wij zijn ons brein is een razend interessant boek dat je af en toe pakt om een stukje te (her)lezen over een onderwerp waarvan je meer wilt weten of waarin je even terug wil teruglezen hoe iets ook al weer zat. De overzichtelijke en uitvoerige inhoudsopgave maakt het boek extra toegankelijk. Het boek is meer dan een feitelijke beschrijving. Hier en daar is het polemisch en gaat Swaab in op wetenschappelijk discussies in het verleden waaruit dan blijkt dat hij het meestal bij het rechte eind had. De verschillende onderwerpen zijn doorspekt met aansprekende voorbeelden en zijn doorgaans zeer toegankelijk opgeschreven. Denk aan een prikkelende titel als: 'De vrije wil, een plezierige illusie' . De korte hoofdstukken worden dikwijls 'verluchtigd' met voorbeelden uit de praktijk. Mee redenerend met de heer Swaab zou je kunnen zeggen dat mijn keuze om zijn boek niet als beste van de zes te beschouwen grotendeels is vastgelegd binnen mijn genetische beperkingen. Fascinerend, dat wel.

''Congo'' door David van Reybrouck (ca 242.000 woorden)

Er is aan het begin van de eenentwintigste eeuw nauwelijks een roeriger natie dan Congo, het reusachtige land in het hart van Afrika, dat barst van de grondstoffen die onontbeerlijk zijn in onze moderne tijd – én van de gruwelijke conflicten. Hoe kon de vroegere, relatief rustige kolonie van België, sinds 1960 onafhankelijk, zo veranderen? David Van Reybrouck beschrijft voor het eerst de verbijsterende geschiedenis van Congo, van ruim voor de komst van de ontdekkingsreiziger Stanley tot en met de invloed van China in de laatste tien jaar en de recente economische crisis. Van 1885 tot 1908 werd het land bestierd door koning Leopold ii, die een fortuin verdiende met de exploitatie van rubber. De kolonisatie door België in de periode van 1908 tot 1960 zorgde voor industrialisatie en infrastructuur, maar werd ook gekenmerkt door paternalisme, zo niet betutteling. De onverhoedse overgang van kolonie naar onafhankelijke staat rond 1960 is een adembenemend verhaal vol idealisme en gekonkel. Het nieuwe land stortte zich in een turbulent avontuur dat steeds wilder en chaotischer werd en na tweeëndertig jaar dictatuur onder Mobutu leidde tot een van de dodelijkste conflicten sinds de Tweede Wereldoorlog. Van Reybrouck baseert zich niet alleen op zeldzaam archiefmateriaal en baanbrekend onderzoek, maar vooral ook op honderden gesprekken die hij met Congolezen voerde. Zijn ooggetuigen gaan van eeuwlingen tot kindsoldaten, van rebellenleiders tot smokkelaars, van ministers tot maniokverkoopsters. Hun verhalen heeft de auteur in zijn grote geschiedenis geïntegreerd.

Congo is het enige van de zes boeken genomineerde boeken dat ik al op de plank had staan. Ik ben erin begonnen in een tijd dat ik weinig aan lezen toekwam en daar kan dit boek niet tegen. Toen heb ik het boek even opzij gelegd. Ik heb iets met Afrika dus nu heb ik een reden te meer om opnieuw te beginnen.

Na lezing

Congo is een geschiedkundig werk en om die reden anders dan de vijf andere genomineerde boeken. Tegelijkertijd is het veruit het omvangrijkste van de zes.
Het land Congo heeft al lang mijn interesse door (ooit) het lezen van de boeken van Geeraerts, Van der Weghe en Joris en - meer recentelijk - een aantal reizen naar buurlan Uganda in verband met een project van de gemeente Goes.

Van Reybroucks 'Congo, een geschiedenis' is de (een) uitleg over wat er in de afgelopen honderden jaren met Congo is gebeurd. Van Reybroucks geeft regelmatig aan waardóór de dingen zijn gelopen zoals ze zijn gelopen. Het zwaartepunt van het verhaal ligt bij de Belgische kolonie, de onafhankelijkheid, de dictatuur, de rol van de muziek, het noodlot van de rijkdom aan mineralen en de vele burgeroorlogen die eigenlijk voortduren tot nu. Deze toch wel moedeloos makende geschiedenis is, ondanks de verschrikkingen die passeren, fascinerend om te lezen. En passant krijg je als lezer een heldere uitleg hoe het mis heeft kunnen gaan in dat andere buurland van Congo, Rwanda.
Zo is 'Congo, een geschiedenis'  een verbluffend feitenrelaas geworden dat des te sprekender wordt omdat de schrijver steeds weer inzoomt op individuen die een rol spelen bij - of het slachtoffer zijn van - een bepaalde gebeurtenis. Als je de duizelingwekkende rij met bronnen ziet vraag je je af hoe de schrijver dit allemaal heeft kunnen verwerken zoals hij dat hier heeft gedaan. Natuurlijk, je wordt wel eens gek van al die namen en - vooral - van al die afkortingen en organisaties. De humor, die ook ruimschoots is vertegenwoordigd en de originele beeldspraak maken dat meer dan goed. Een boek dat je achter elkaar zou willen uitlezen, wat dus niet lukt, want daarvoor is nu net weer iets te lijvig.

'Bonita Avenue' door Peter Buwalda (ca 198.000 woorden)

Joni Sigerius, de dochter van de rector magnificus van de Twentse universiteit, drijft samen met haar vriend Aaron een handeltje dat ze maar liever voor haar krachtige en briljante vader verborgen houdt. Het is in het jaar van de vuurwerkramp dat ook in het gezin de boel explodeert. Niet alleen lopen Joni en Aaron tegen de lamp, die zomer komt ook de enige en echte zoon van Sigerius vrij uit de Scheveningse gevangenis. Acht jaar later pas – Joni verdient inmiddels miljoenen in Los Angeles – verneemt Aaron wat er zich in 2000 werkelijk heeft afgespeeld. Peter Buwalda schreef een meeslepende debuutroman over noodlot en verval, idylle en schoonheid

Mijn verwachtingen van dit boek zijn hoog gespannen. Ik zal er wel een keer een recensie over hebben gelezen, hoewel ik me niet herinner. Nu ik er aan moet beginnen vermijd ik het lezen van boekbesprekingen. 537 bladzijden, dus een behoorlijke pil.


Mijn mening
Het lezen van Bonita Avenue van Peter Buwalda heb ik tot het laatste bewaard omdat ik het gevoel had dat het wel eens de beste kon zijn van de zes en omdat ik graag met het beste boek wilde eindigen. Dat is niet gelukt omdat ik meer plezier heb beleefd aan Vazlav en Kongo. Niet dat ik me met Bonita Avenue heb verveeld. Integendeel: ik heb de 540 bladzijden in drie dagen uitgelezen. Bijzonder dat een schrijver debuteert met zo'n grote roman. Ook de compositie is speciaal. Het verhaal wordt verteld vanuit drie hoofdpersonages die in een redelijke strakke afwisseling aan het woord komen. Veel dialogen, veel flash backs en (iets te) veel droomscènes. Zo vallen de puzzelstukken aan het slot van de roman bijeen tot een eindplaatje van de trieste levens van de drie of eigenlijk vier hoofdpersonen, waarvan er één alleen indirect aan het woord komt. Lange zinnen, met een overdaad aan bijvoeglijke naamwoorden en barokke, vaak zeer geslaagde beeldspraak. Buwalda heeft een lichte voorkeur voor het ook in Zeeuwse promotiebrochures wat misbruikte woord 'weids'. (Wat zijn toch weidse kamers?) Een bijzonder boek met een sterke opening, dat echter de superlatieven die op de achterflap worden geciteerd - verbluffend, subliem, een roman als een schokgolf, flair, scope, eruditie en stijl, verbijsterend vakmanschap, flitsend geschreven, een staande ovatie - niet helemaal waar maakt.